De plaats waar het Zonnehuis staat was lange tijd een ‘onbewoond’ bos. In de negentiende eeuw zien we eerst regent/bestuurder Henricus de Wijs uit Den Bosch, eigenaar van de Halsche Heide. Na hem wordt Carolus van Rijckevorssel eigenaar. Hij is een telg uit de bekende bestuurdersfamilie die begin negentiende eeuw in de adelstand werd verheven. De stammoeder van deze tak van Van Rijckevorssel komt uit Hilvarenbeek. Hij verkoopt de Halsche Heide aan de Boxtelse fabrikant Alphonsus Augustinus van der Eerden. Van Eerden, wiens erfgenamen het bos overdoen aan de invloedrijke Rotterdamse industrieel Henri Ferdinand Kersten. Hij geeft opdracht aan een architect uit Schiebroek om een landhuis te ontwerpen. Waarschijnlijk bedoeld als vakantievilla. Hij bouwt in ongeveer 1938 een huis in het bos, genaamd Villa Kerstens. Hij verkoopt in 1943 de villa aan Wilhelmus E. van Vonderen, koopman uit Rijswijk. Die verkoopt het huis aan het Wit-Gele kruis. In 1951 is ’t Zonneke opgericht en verbleef het R.K. Doorgangs- en Observatiecentrum in deze villa. Het was een kindertehuis voor 45 normaal-begaafde (aanvankelijk Brabantse) schoolgaande jongens en meisjes. Zij werden hier door de kinderbescherming tijdelijk ondergebracht i.v.m. gezinsproblemen en opgenomen voor observatie en als crisisopvang. Tijdens hun verblijf bezochten de kinderen de Boxtelse scholen. Eerst was juf. Lemmens het hoofd en later werd de heer P. Scheerman directeur van ‘t Zonneke. In 1970 kwamen er drie paviljoens op het terrein voor de kinderen en werd de villa het directiegebouw. In 1977 vond een fusie plaats met het kindertehuis de Sprankel in Veldhoven. In de 80-tiger jaren werd ‘t Zonneke opgeheven.